Wat is de definitie van marktwerking?
Marktwerking is in de economie het (snel, minder snel of zelfs helemaal niet) tot stand komen van een evenwichtsprijs voor een goed of voor een dienst, wanneer er een gegeven verhouding bestaat tussen vraag en aanbod.
Bron: Wikipedia
Stelt u zich eens het volgende voor. U bent de trotse eigenaar van een kleine fietsenfabriek en produceert fietsen van een zeer hoge kwaliteit. Afhankelijk van de marktvraag, past u uw productie aan en u calculeert, zoals het een goed ondernemer betaamt, vele marktrisico’s in. Seizoensinvloeden, wat doet de economie? Wordt de auto meer belast waardoor mensen meer gaan fietsen, gaan we meer aan milieumaatregelen doen en gaat de overheid de fiets promoten met fiscale maatregelen of krijgen we juist maatregelen (helm dragen) e.d. die de groei beperken? Alles binnen bepaalde zekere marges natuurlijk en zonder grote schokken. Ondernemen pur sang. Uw medewerkers zijn dag en nacht bezig het product te verfijnen en de klanten nog meer kwaliteit en comfort te bieden. U loopt voorop bij innovaties en houdt alles bij wat maar enigszins kan bijdragen om uw product kwalitatief nog beter te krijgen zonder dat u uw prijzen moet verhogen.
Op een goede dag wordt u gebeld door de voorzitter van de Algemene Nederlandse Vélocipède Club, de ANVC. Een grote machtige organisatie welke is opgericht op 1 augustus 1887 en ontstaan door een toevallige ontmoeting bij Hoogerheide, waar leden van de Engelse en Duitse Vélocipède club elkaar op hun zondagse rijtoer kruisten. Deze club is inmiddels uitgegroeid tot een machtig orgaan binnen de BV Nederland en heeft zeggenschap binnen veel politieke en maatschappelijke organisaties. En deze club belt uitgerekend jou!
De voorzitter stelt zichzelf voor en geeft aan geïnteresseerd te zijn in uw product. Gestreeld door deze aandacht gaat u gretig in op zijn vraag of u misschien aankomend jaar heel veel fietsen wilt en kunt leveren aan de afnemers van deze mooie, maar bovenal machtige organisatie. Natuurlijk wilt u dat en u stelt dan ook voor elkaar op korte termijn te ontmoeten om de deal rond te maken.
Naarmate de afspraak dichterbij komt, wordt u nerveuzer. Immers uw bestaansrecht kan wel eens afhangen van deze overeenkomst omdat u merkt dat grote discounters goedkope fietsen in de markt zetten en daarbij ook nog eens een slechte service leveren.
En dan is het D-day. Gestoken in uw beste lakense pak begeeft u zich naar dat mooie en imposante en van veel glas voorziene kantorenmoloch alwaar u met alle egards zult worden ontvangen. U meldt zich aan bij een vriendelijk glimlachende doch strenge receptioniste en vertelt dat u een afspraak heeft met de “grote Baas”. De dame achter de balie produceert een minimale frons, kijkt op haar beeldscherm en geeft aan dat er hier sprake moet zijn van een misverstand. Niet de grote “Baas”, de man van het te maken beleid, maar een van zijn medewerkers zal u te woord staan. Enigszins teleurgesteld wacht u in die imposante hal op wat er verder komen gaat. Een kwartier later dan gepland wordt u door wederom een vriendelijk glimlachende jongedame opgehaald en leidt zij u door de donkere gangen van het moloch steeds verder het gebouw in. Aangekomen bij een kleine ruimte opent zij de deur en u ontwaart een norse man achter een laptop die verwoede pogingen doet u vriendelijk doch ongeïnteresseerd aan te kijken. De juffrouw vraagt of u misschien een kopje koffie blieft om, nadat u heeft aangegeven dat u dat wel wilde, te verdwijnen en even later weer terug te keren met een plastic bekertje met daarin een substantie waarvan niet met enige zekerheid kan worden vastgesteld om welke vloeistof het hier nu gaat. Ondertussen probeert u, terwijl u lijdzaam wachtte op de terugkeer van de jongedame, contact te krijgen met de heer tegenover u. Dit proces kan met één woord omschreven worden: moeizaam. Na terugkeer van de dame komt het gesprek op gang en stellen de dame en heer zich voor. De dame koopt voor het bedrijf fietsen in en zij wordt bijgestaan door de heer die zeer gespecialiseerd is in fietsen. In het gesprek wordt het al snel duidelijk dat zowel de inkoopster als de “specialist” graag fietsen willen inkopen echter hiervoor maar een beperkt budget hebben. De grote baas heeft immers gezegd dat hij niet meer geld beschikbaar heeft en budgetoverschrijdingen niet getolereerd zullen worden. Op uw vraag om hoeveel fietsen het nu eigenlijk gaat, kan geen antwoord gegeven worden. Een ruwe inschatting, dat wel, en het beschikbare budget hiervoor, want dat is wel bekend. U geeft aan dat u voor het beschikbare budget 10.000 fietsen kunt leveren en dat dan ook graag zou willen doen. Afgesproken wordt dat u op korte termijn een contract toegestuurd zult krijgen, waarmee na ondertekening een duurzame samenwerking van 1 jaar tot stand is gekomen.
Onderweg naar uw fabriek laat u het gesprek nogmaals aan u voorbijtrekken. U realiseert zich dat uw woorden over kwaliteit en preventie management ter voorkoming van aanspraak op garantie in de toekomst, weliswaar zijn gehoord echter niet als zodanig ter sprake zijn gekomen. Tevens maakt u zich zorgen over het feit dat de medewerkers van de ANVC hebben aangegeven dat er reeds een contractuele verplichting is aangegaan met toekomstige afnemers, waarin staat aangegeven dat zij recht hebben op een fiets en deze mogen komen halen wanneer zij denken deze nodig te hebben. Met deze mensen is zelfs al een betalingsregeling overeengekomen. Iedere maand betalen ze al een beetje voor hun fiets. U als ondernemer wordt hier onzeker van. Dit betekent dat de ANVC grote financiële reserves moet gaan aanhouden voor het moment dat iedereen zijn fiets wil hebben echter de ANVC volstrekt niet weet wanneer dit gaat gebeuren.
U, als rasechte ondernemer, vindt het maar vreemd. Zonde van het geld. Dood geld, zoals u dat noemt.
De dagen verstrijken en rijgen aaneen tot weken en maanden. Af en toe belt u waar het contract toch blijft. Immers het moet voor 1 januari getekend zijn en uw eerste gesprek was in september en nu zitten we al in december en nog heeft u niets ontvangen. Uiteindelijk wordt u dan toch teruggebeld en wordt beloofd dat u het contract diezelfde week zult ontvangen. Uitputtend wordt tevens medegedeeld dat de omstandigheden zijn veranderd en uit onderzoek is gebleken dat 10.000 fietsen voor 4 miljoen contractanten wel erg weinig is en daarom ook met uw concurrenten nu contracten worden gesloten waaronder ook de discounters. Verbaasd vraagt u hoe de kwaliteitsnormen nu worden geborgd zodat de koper van de fiets er verzekerd van kan zijn een deugdelijke fiets te krijgen en niet een waarbij hij of zij ieder half jaar nieuwe banden moet halen omdat de eerste alweer versleten zijn. Tevens waarschuwt u de ANVC dat in het contract met de afnemer ook de service en het onderhoud moet worden vastgelegd zodat je later niet geconfronteerd wordt met grote onverwachte kosten omdat je nu geen kwaliteit levert. Er wordt beleeft gereageerd met de opmerking dat het “onze “ aandacht heeft, waarna het gesprek wordt beëindigd.
Twee dagen later is het dan eindelijk zover. Het contract is ontvangen en aandachtig leest u het door. Het contract is geldig voor de duur van 1 jaar. Medio augustus van het contractjaar wordt er geëvalueerd en gekeken of er weer een nieuw contract met u kan worden afgesloten. Tevens is in het contract een lijst bijgevoegd van alle onderdelen van de fiets welke afzonderlijk zijn gecodeerd. Het betreft een uitputtende lijst van 8634 componenten in een gerubriceerd overzicht en onderverdeeld in hoofdcomponenten met daaronder weer sub-componenten. Boven aan de lijst staat precies omschreven welk soort fiets u gaat leveren. Voor het gemak heeft de ANVC de prijzen alvast ingevuld zodat u daar in ieder geval niet veel werk meer aan heeft. Voor de zekerheid telt u een en ander nog even na en komt u tot de conclusie dat dit bedrag niet in overeenstemming is met het door u afgesproken bedrag. Ook wordt vermeld dat de lijst tot stand is gekomen overeenkomstig de zogenaamde SFC methodiek (Samengestelde Fiets Componenten). Dit is een lijst van alle componenten van alle soorten en maten van fietsen en daarbij behorende onderdelen die in de markt te koop of in ontwikkeling zijn. Een indrukwekkende lijst van meer dan 35000 codes en bijbehorend artikelen en zorgvuldig vastgesteld door de Nederlandse Fiets autoriteit, de NFa. Voor degene die niet precies weten wat de NFa nu precies doet volgt hieronder een korte omschrijving.
Iedereen in Nederland moet erop kunnen vertrouwen dat er op tijd goede en betaalbare fietsen beschikbaar zijn als je die nodig hebt. De NFa maakt vanuit dat perspectief regels en houdt toezicht op fietsfabrikanten en fietsleveranciers.
Bij alles wat de NFa doet, staat het belang van de fietser voorop. Dit betekent dat ze steeds bewaken dat de fiets betaalbaar blijft voor wie een fiets nodig heeft, de fiets op tijd beschikbaar is en de kwaliteit van de fiets goed is. Hoe doen ze dat?
De NFa stelt de SFC tarieven vast binnen de branche fietsfabrikanten en leveranciers.
De NFa bepaalt wat welke fietsaanbieders in rekening mogen brengen en wat de fiets (maximaal) mag kosten. Bijvoorbeeld een kinderfiets, een driewieler of een fiets met trapondersteuning. Voor de meeste fietsen maken partijen zoals de ANVC en fietsproducenten samen afspraken over de vorm van de fiets, de kwaliteit en de prijs ervan.
De NFa controleert – op basis van eigen analyses en van meldingen van consumenten – of de ANVC en producent zich aan de wetten en regels houden. De ANVC moet bijvoorbeeld iedereen accepteren wanneer de consument besluit om bij hen een contract af te sluiten die voorziet in de aankoop van een fiets. Ongeacht leeftijd, inkomen, leefstijl of gezondheid. Fietsleveranciers moeten bijvoorbeeld de fietsen op de juiste manier in rekening brengen. Ook moeten zij duidelijke informatie geven over de prijs en kwaliteit van de fiets. Is het belang van de fietser in het geding? Dan grijpt de NFa in.
U bent al jaren fietsfabrikant en weet als geen ander hoe uw fietsen in elkaar zitten. U bent dan ook verbaasd in de lijst artikelen aan te treffen die in ieder geval niet in uw fiets thuishoren, maar ook dat er artikelen ontbreken die juist de kwaliteit van uw fiets borgen. Ook de door de ANVC geëiste kortingspercentages op verschillende primaire fietsonderdelen moeten berusten op een fout. Deze percentages komen namelijk niet overeen met wat u zelf aan korting krijgt van uw leverancier. Zo valt het u op dat op één van de duurste onderdelen van de fiets, het frame, een kortingspercentage wordt geëist van 22%. De leverancier van het frame, Farm-bike, een grote Amerikaanse speler op het gebied van fietsframes, biedt u maar 6 %. We weten dat Farm-bike best wel meer korting kan geven, echter hebben ze 20 jaar geleden patent op dit soort frames gevestigd en kunnen daarom vragen wat ze willen. Helaas kunt u niet anders doen dan deze prijs betalen omdat het soort fiets dat u fabriceert alleen maar met dit frame gemaakt kan worden. Gelukkig weet u dat het patent over enkele jaren afloopt en nieuwe framebouwers precies dezelfde kwaliteit gaan leveren voor de helft van de prijs. Nu moet u nog even door met de huidige leverancier, echter er komt een tijd dat u weer achter het stuur zit en zelf bepaalt waar u uw frame gaat kopen. Neemt niet weg dat u nu met een gapend kortingsgat zit tussen de afnemer van de fiets en de leverancier van het frame. Het frame kost €1000,00 en daar krijgt u maar €60,00 korting voor. De ANVC eist 22%, zijnde € 220,00 waarmee een gat ontstaat van €160,00 per fiets. Dit maal 10.000 fietsen resulteert uiteindelijk in een kostenpost van €1.600.000,00. Toch wel even de moeite waard om te overleggen met de ANVC, omdat u met dit contract binnen een jaar failliet bent.
Het tweede wat u opvalt is de paragraaf op pagina 124 van het contract die gaat over doorleverplicht(!). Aandachtig leest u deze paragraaf door en komt tot het besef dat de formulering inhoudt dat u een contract afsluit voor de fabricage en levering van 10.000 fietsen, echter wanneer er meer mensen besluiten om gebruik te maken van hun recht om een fiets te kopen, u deze moet leveren zonder daarvoor betaald te worden. U kunt natuurlijk nooit voorspellen wanneer er iemand besluit een fiets te kopen en al helemaal niet om hoeveel fietsen het zou kunnen gaan. Dit moet natuurlijk berusten op een misverstand.
Wat u ook vreemd vindt is de wijze van facturatie. Wanneer een fiets is geproduceerd kunt u de factuur sturen naar Véloci. Dit is een bedrijf dat controleert of u de juiste componenten heeft toegepast in uw fabricatieproces en daarmee moet voldoen aan de SFC-methodiek. Wanneer dit niet het geval is, dan wordt de factuur niet betaald en moet u zelf uitzoeken waar het mis is gegaan. Door deze wijze van administreren wordt u als ondernemer op hoge kosten gejaagd omdat u nu een nieuw softwaresysteem moet aankopen dat voldoet aan de norm die de inkopende organisatie stelt.
Kortom: het contract wijkt sterk af van wat u heeft aangeboden en de verwachting die u er van had en u besluit contact op te nemen met de ANVC. Het vergt wat moeite maar uiteindelijk lukt het u om de inkoopster aan de telefoon te krijgen en legt haar uit dat u een contract heeft ontvangen wat sterk afwijkt van wat is besproken. Tevens geeft u aan dat een dergelijk contract tot gevolg zal hebben dat u failliet gaat. Een kleine zelfstandige kan nu eenmaal niet zomaar € 1.600.000,00 verlies nemen, hoe graag u ook een contract zou willen met deze machtige organisatie. Mevrouw luistert beleefd naar uw verhaal, zegt regelmatig ah, oh, tja moeilijk, ehhh om daarna te eindigen met: hier moet ik met mijn collega over spreken. Ik kom er zo snel als mogelijk bij u op terug. Kerst breekt aan en gaat voorbij en ook het oude jaar gaat geruisloos over in het nieuwe jaar.
Het is twee januari en de fabriek wordt, na een welverdiende vakantie, weer opgestart. Nog steeds heeft u niets van de ANVC gehoord en besluit nogmaals te bellen. Immers het contract is nog steeds niet getekend en u weet niet waar u aan toe bent. Gelukkig bent u een goede ondernemer en weet als geen ander dat er eerst een contract moet zijn voordat u gaat produceren, laat staan leveren. Wederom wordt moeizaam contact gelegd. De fietsenmevrouw en de specialist hebben na intensief overleg besloten dat men blijft vasthouden aan de voorwaarden zoals gesteld in het toegestuurde contract. De grote “baas” heeft in een mail aan alle inkoopmedewerkers medegedeeld dat de kortingspercentages, zoals geëist, blijven zoals ze zijn. Hevig teleurgesteld geeft u aan niet aan de door de ANVC getelde contractuele voorwaarden te kunnen voldoen en derhalve afziet van een contract met deze grote en machtige partij. U bent immers niet alleen afhankelijk van de ANVC en heeft u gelukkig ook andere afnemers. Ook merkt u dat de discounters toch steeds meer terrein verliezen omdat de consument uiteindelijk voor kwaliteit kiest. Alle seinen staan op groen om nog verder te groeien zonder dat anderen gaan bepalen hoe u uw fietsen maakt. U bent een echte ondernemer en u bent er nog trots op ook.
Bovenstaande casus loopt goed af. Dat komt omdat er een vrije markt is in de verkoop van fietsen en fietsen geen invloed hebben op persoonlijke levensomstandigheden van de gebruiker. Zolang u maar een kwalitatief goed product levert tegen een redelijke prijs en de consumenten vrije keuze hebben in het afnemen van een fiets waar en wanneer ze dit willen, doet de markt haar werk. Uiteindelijk wordt u als leverancier door de consument afgerekend of beloond voor uw product. Bovenstaande geeft ook aan dat u de vrijheid heeft om uw fietsen te leveren aan welke afnemer dan ook.
Maar stel dat we de spelregels iets gaan veranderen en u als fietsenleverancier in een situatie wordt gebracht waarbij u sterk afhankelijk gaat worden van een overheid die gereguleerde marktwerking voorstaat en u dwingt in zee te gaan met partijen als de ANVC? Dan zou het zomaar kunnen dat onderstaande kaart waarheid wordt. Partijen die onderling de markt verdelen en waar fiets leveranciers en consumenten geen kant op kunnen. Bij een fiets zou het nog wel kunnen maar je moet er niet aan denken dat het in de zorg zou gebeuren.
Paul Witteman, InoCare
Comments are closed.